Vandaag vertrek je vanaf de door jou geselecteerde luchthaven met tussenlanding(en) onderweg. De reis gaat naar Madagaskar, het grote rode eiland in de Indische Oceaan en het op drie na grootste eiland ter wereld.

Bij aankomst in de hoofdstad van Madagaskar, Antananarivo, word je op de luchthaven opgewacht door onze lokale partner en naar je hotel gebracht. Onze partner kan je helpen geld te wisselen op de luchthaven, waar het ook mogelijk is om een lokale simkaart te kopen.

Antananarivo, dat vaak gewoon ‘Tana’ wordt genoemd, heeft een lange geschiedenis.

De stad ligt in de centrale hooglanden van Madagaskar, waar de grootste etnische groep van het land woont, het Merina-volk. Tana werd in het begin van de 17e eeuw gesticht door de plaatselijke Merina-koning, koning Andrianjaka, en heette toen Analamanga. Koning Andrianjaka verdreef een rivaliserende etnische groep en begon langzaam zijn koninkrijk op te bouwen. Aan het eind van de 17e eeuw werd de stad omgedoopt tot Antananarivo, wat ‘de stad van de duizenden’ betekent ter ere van de soldaten van koning Andrianjaka.

Je hebt één nacht in de Stad van de Duizenden voordat de reis de volgende dag echt van start gaat.

Na een rustige ochtend in het hotel met voldoende tijd om te ontbijten, word je opgehaald. Het is tijd om de hoofdstad te verlaten.

De centrale hooglanden zijn de broodmand van Madagaskar en dat zul je vandaag met eigen ogen zien.

Er zijn overal rijstvelden. Er wordt wel eens gezegd dat de Malagassiërs wereldwijd tot degenen behoren die dagelijks de meeste rijst consumeren. Ze zijn er zelfs zo dol op dat ze de rijst, die altijd aankoekt op de bodem van de pan, nog even laten aanbranden voordat ze er thee op koken. De thee, die ‘ranovola’ wordt genoemd, wordt dan gedronken bij een maaltijd op basis van rijst. Het smaakt een beetje vreemd, als een kruising tussen verbrande rijst en popcorn, maar dan in de vorm van thee. Dus nu ben je voldoende gewaarschuwd als je ‘ranovola’ aangeboden krijgt.

Na een paar uur rijden door het licht heuvelachtige plateaulandschap met alle rijstvelden verandert het landschap. De heuvels worden hoger en de bossen dichter. De chauffeur navigeert vakkundig door de haarspeldbochten en hier en daar kun je een glimp opvangen van de rivier onder in het dal. Het verkeer is prima – totdat het niet meer zo is. Oude Mercedes-Benz vrachtwagens uit de Franse koloniale tijd staan slordig geparkeerd langs de kant van de weg en vertragen soms het verkeer. Of een kraampje langs de weg is zo populair dat het verkeer helemaal tot stilstand komt. “Mura mura” zoals ze in Madagaskar zeggen – rustig aan.

In de loop van de middag kom je aan in nationaal park Andasibe-Mantadia, waar je voor de komende twee nachten incheckt in je hotel.

De kiem van het nationale park werd in 1970 geplant door de Fransen. Ze creëerden een natuurgebied, het Analamazoatra Special Reserve, met als doel het bos en de unieke biodiversiteit van het gebied te behouden. In 1989 werd naast het reservaat het nationaal park Mantadia opgericht en samen heten de twee gebieden nu nationaal park Andasibe-Mantadia.

De rest van de dag kun je vrij besteden, zodat je je kunt installeren.

Het ontbijt wordt vandaag vroeg geserveerd omdat je net na zonsopgang op avontuur gaat.

Nationaal park Andasibe-Mantadia is een van de beste plekken op Madagaskar om de grootste van de makisoorten, de Indriidae, te zien. En dat is precies wat je vandaag gaat doen. Samen met een lokale gids ga je wandelen in het nationale park op zoek naar de Indriidae-maki’s.

Indriidae-maki’s kunnen niet overleven in gevangenschap en de enige manier om hun voortbestaan te garanderen is door hun leefgebied te beschermen. Gelukkig is de Indriidae-maki ook heilig in Madagaskar en wordt het als gunstig beschouwd om de Indriidae te zien of er dichtbij te zijn.

Je zult ze waarschijnlijk horen voordat je ze ziet. Hun roep is tot op 5 km afstand te horen en het geluid is zeer doordringend en absoluut magisch. Het is moeilijk om geen kippenvel te krijgen als ze beginnen te zingen. Het is bijna alsof ze direct na zonsopgang met hun doordringende zangstemmen controleren hoe het met ieder van hen gaat – of alles de hele nacht goed is verlopen.

Naast je gids gaat er vaak een ‘spotter’ mee op de ochtendexcursie. De spotter loopt vooruit en lokaliseert de Indriidae-families, waarna je door het bos loopt om ze te zien. Ze zitten meestal hoog in de bomen waar ze de nacht hebben doorgebracht, dus het is een goed idee om een verrekijker mee te nemen zodat je hun harige armen kunt zien die de takken vastpakken met bijna mensachtige handen.

Er is (zoals altijd met wilde dieren) geen garantie dat je de Indriidae-maki zult zien – maar de kans is op deze specifieke plek heel groot.

Behalve de Indriidae-maki zijn er natuurlijk nog veel meer dieren in het nationale park. Je kunt het geluk hebben om halfmaki’s, sifaka’s, bruine maki’s en kameleons te zien en er is ook een rijk vogelleven.

Rond het middaguur keer je terug naar de lodge, waar de lunch wordt geserveerd. In de middag kun je ontspannen en genieten van het zwembad en de prachtige omringende natuur.

Bij zonsondergang keer je terug naar het nationale park – opnieuw met een lokale gids. Nu is het tijd om de nachtdieren te spotten, in het bijzonder de muismaki’s. Dit zijn kleine wezentjes – zo groot als een kleine muis – en ze springen snel en elegant tussen de takken van de bomen alsof het eekhoorns zijn. Het is geen wonder dat een van de soorten, Microcebus lehilahytsara, pas in 2005 werd ontdekt! Kijk ook uit naar wandelende takken, kikkers en kameleons.

Terug in de lodge wordt het diner geserveerd voordat een goede nachtrust wacht.

Het is tijd om afscheid te nemen van Andasibe en weer terug te gaan naar de hoofdstad Tana.

Daar lunch je in het hotel waar je verblijft, gevolgd door een bezoek aan de Rova van Antananarivo (het paleis van de koningin) in de middag.

Hoewel Madagaskar nu een republiek is, heeft het land een lange geschiedenis van koningen en koninginnen.

In 1787 slaagde de Merina-koning, Andrianampoinimerina, er door sluwe allianties en slimme politieke zetten in om het land onder zich te verenigen en de eerste koning van heel Madagaskar te worden.

Als het het paleis van de koningin wordt genoemd in plaats van het paleis van de koning, dan is dat omdat Madagaskar, ook al heeft koning Andrianampoinimerina het land verenigd, in veel grotere mate is gevormd door zijn koninginnen.

De beroemdste van allemaal is koningin Ranavalona I, die regeerde van 1828 tot 1861. Ze werd ook wel de gekke koningin genoemd, en je kunt je erop verheugen vandaag meer over haar te horen! Je ontmoet er ook de laatste koningin van het land: koningin Ranavalona III, die in ballingschap werd gestuurd toen de Fransen Madagaskar binnenvielen en koloniseerden aan het eind van de 19e eeuw.

Het paleis brandde enkele jaren geleden af, maar is nu herbouwd. De rondleiding is erg interessant en geeft een goed inzicht in de geschiedenis van Madagaskar.

Het uitzicht vanaf het paleis, dat bovenop de grootste heuvel van de stad ligt, is fenomenaal en geeft een heel goed overzicht over Tana.

Na het ontbijt wacht de legendarische RN7 (Route Nationale 7), die helemaal van Tana naar de stad Toliara aan de zuidwestkust van Madagaskar loopt.

De komende dagen zijn een echte roadtrip. Het is een goed idee om jezelf te wapenen met een zekere hoeveelheid geduld en om tijdens de reis altijd “mura mura” in gedachten te houden. De meeste wegen in Madagaskar zijn vrij goed – behalve de wegen die dat niet zijn. En hoewel de wegen goed zijn, zie je vaak vrachtwagens met pech of een ossenkar die het verkeer ophoudt. Maar dat hoort allemaal bij de ervaring!

Je hebt een chauffeur-gids tot je beschikking en je reist in een goede en comfortabele auto (of bus – afhankelijk van het aantal personen) met airconditioning en goede vering, zodat je achterover kunt leunen en de indrukken kunt opsnuiven terwijl je reist door wat veel mensen het achtste continent van de wereld noemen.

De RN7 is episch. De bijna 1000 km lange weg is een van de meest gevarieerde roadtrips ter wereld.

Het is een ontmoeting tussen India of Bali en Afrika – totdat je regenwoud tegenkomt dat doet denken aan het nevelregenwoud in Costa Rica. Maar al snel baan je je een weg over de vlaktes van de Serengeti om in het noordwesten van Australië te belanden. Het voelt alsof alle andere werelddelen op de een of andere manier hun stempel hebben gedrukt op Madagaskar – met dit verschil dat 90% van de wilde dieren in Madagaskar nergens anders ter wereld te vinden is.

Hou je goed vast – je zult versteld staan!

Vandaag rijd je voornamelijk door de centrale hooglanden. Er zijn talloze rijstvelden en de terrassen, die in de soms steile heuvels zijn uitgesneden, lijken op die uit Vietnam of Bali. Kijk naar beneden in het dal – zelfs het kleinste stukje is veranderd in een rijstveld, met ingenieus gegraven irrigatiekanalen die voor het benodigde water zorgen.

De koeien, de zeboe, zullen je ongetwijfeld ook opvallen. Ze zijn overal: op de weg, in de velden, op de opritten en in de tuinen. Ze lijken op de karakteristieke Indiase koe met een vette bult in de nek, maar de zeboe is niet heilig op dezelfde manier als in India. In Madagaskar mag je de zeboe eten en dit is iets wat je zeker moet doen, want hij smaakt voortreffelijk. Vooral als het vlees met veel tomaten, uien, knoflook en gember wordt klaargemaakt. Vraag naar ‘romazava’, dat natuurlijk met rijst wordt gegeten.

De eindbestemming van vandaag is Ambositra. Onderweg maak je een paar stops, waaronder een lunchstop in de stad Antsirabe, waar je later tijdens de tour naar terugkeert.

De reis naar Ambositra duurt 4-5 uur, afhankelijk van hoe vaak je stopt en het verkeer.

Als je op tijd aankomt, moet je de kans grijpen om een wandeling door de stad te maken. Ambositra staat bekend om zijn houtsnijwerk en in de hoofdstraat vind je kleine werkplaatsen en winkeltjes, waar je demonstraties kunt bijwonen en koopwaar kunt kopen.

Je brengt één nacht door in Ambositra.

Je hebt een lange dag voor de boeg, dus je verlaat het hotel vroeg.

Na ongeveer 4 uur rijden kom je aan in de stad Fianarantsoa, die ook wel de ‘poort naar het zuiden’ wordt genoemd. Het is maar ruim 1½ uur rijden van Fianarantsoa naar Ambalavao, maar het landschap verandert enorm van de verzorgde rijstterrassen, die worden vervangen door hogere grasheuvels totdat je de granieten landschappen rond Ambalavao bereikt. Het zijn deze enorme veranderingen in het landschap binnen relatief korte afstanden die Madagaskar zo’n fantastisch land maken om in te reizen! Er is gewoon nooit een saai moment als je uit het raam kijkt.

Buiten Ambalavao bezoek je het wildreservaat Anja Reserve, waar je een zeer goede kans hebt om ringstaartmaki’s te zien.

Anja Reserve is een klein reservaat, maar het is een heel boeiend project. Verschillende lokale dorpen hebben hun krachten gebundeld om het reservaat te beschermen, dat alleen bezocht kan worden met een lokale gids. De inkomsten uit de toeristische bezoeken gaan naar de betrokken dorpen en helpen onder andere om de kinderen naar school te laten gaan, muskietennetten en bomen te planten – en natuurlijk om het reservaat in stand te houden en uit te breiden.

Vroeger kon je de maki’s voeren, maar dat is gelukkig niet meer toegestaan. Dit betekent wel dat de oudere maki’s vrij tam zijn, zodat je relatief dichtbij kunt komen voordat ze wegrennen. Het reservaat heeft de grootste concentratie ringstaartmaki’s van Madagaskar, dus de kans dat je de prachtige gestreepte staarten ziet is erg groot!

Naast de maki’s heeft het reservaat een prachtig rotslandschap, dat je kunt bewonderen tijdens een korte wandeling, en waar je ook een traditionele begraafplaats kunt zien die hoog op de rotsen ligt.

Vanaf Anja Reserve rijd je verder in zuidwestelijke richting en verandert het landschap opnieuw. Je rijdt door de bergen naar het stadje Ihosy – ongeveer twee uur rijden. Je bevindt je nu op een hooglandplateau, het Horombe Plateau, waar de Bara-stam woont.

Het Bara-volk is semi-nomadisch en – net als de Maasai in Oost-Afrika – een veevolk. Ze zijn zelfs zo gek op zeboes dat als een jongeman hoop wil hebben om te mogen trouwen, hij eerst een zeboe moet stelen en aan zijn toekomstige schoonfamilie moet laten zien.

Vanuit Ihosy is het iets meer dan een uur rijden naar de eindbestemming van deze dag, Ranohira. De reis gaat over de vlakten en het is begrijpelijk waarom de Bara’s hun vee hier naartoe drijven. Uitgestrekte verlaten vlakten van kniehoog gras zover het oog reikt – ja, het lijkt bijna op een Oost-Afrikaanse savanne. Af en toe fietst er een jongeman over de weg. Waar hij vandaan komt en waar hij naartoe gaat hier in the middle of nowhere, is niet altijd gemakkelijk te zien.

Wanneer de savanne plaatsmaakt voor zandstenen kliffen, weet je dat je in Isalo bent aangekomen.

Hier breng je twee nachten door en vanavond (als het weer het toelaat) beleef je een magische zonsondergang boven Isalo.

Isalo is prachtig en waanzinnig mooi!

Het is rauw, wild en in alle opzichten adembenemend.

Ruige zandsteenformaties, diepe ravijnen, oases met iriserende, met palmen omzoomde meren en uitgestrekte vlakten. Isalo heeft het allemaal, en het is ook nog eens het beroemdste nationale park van Madagaskar.

Het 800 vierkante kilometer grote park heeft een unieke flora en fauna. Naast zes verschillende soorten maki’s, waaronder de ringstaartmaki en de sifika, vind je hier ook meer dan 100 verschillende vogelsoorten en een grote verscheidenheid aan reptielen en amfibieën, zoals hagedissen en kikkers.

Verschillende planten- en diersoorten komen alleen hier in het park voor, zoals de mooie olifantspoot, die met zijn felgele bloemen bijna op een mini-baobabboom lijkt.

Om de magie van Isalo compleet te maken, heeft de plek ook een enorme culturele betekenis voor het Bara-volk. Ze begraven hun doden in grotten hoog in de rotsen.

Vandaag staat in het teken van het ervaren van Isalo.

Er zijn verschillende wandelingen van verschillende lengtes en je beslist samen met je gids welke je gaat lopen. Je moet een redelijk geoefende wandelaar zijn om te gaan wandelen in Isalo. De paden zijn redelijk goed onderhouden, maar er zijn veel stijgingen en dalingen en ze kunnen soms smal zijn. Aan de andere kant heb je de mogelijkheid om een verkoelende duik te nemen in een van de prachtige natuurlijke poelen die in het park te vinden zijn, en je wordt beloond met de prachtigste natuur.

Het is tijd om afscheid te nemen van het prachtige Isalo en te beginnen aan de terugreis naar centraal Madagaskar.

Deze keer stop je in Fianarantsoa, na ongeveer 4½ uur rijden vanaf Isalo, en waar je ook doorheen bent gereden op weg naar Isalo. Hier bezoek je een kleine plaatselijke zijdefabriek, waar je een demonstratie krijgt van het ongelooflijk langzame en arbeidsintensieve proces om zijde te maken. Je bezoekt ook de enige theeplantage van Madagaskar en luncht voordat de tocht verder gaat naar Ranomafana. Het is iets meer dan 1½ uur rijden van Fianarantsoa naar je hotel in nationaal park Ranomafana.

Je brengt twee nachten door in het park en de rest van de middag kun

Het zal ongetwijfeld aanvoelen als een groot contrast om van het plateaulandschap van Isalo naar het regenwoudklimaat van Ranomafana te gaan.

De steile hellingen zijn bedekt met dicht regenwoud, de varens zijn zo groot als een mens, er groeit mos op de bomen en op veel plaatsen druppelt water over het pad, waardoor het stof in modder verandert. De biodiversiteit van Ranomafana is ongeëvenaard. Hier vind je 12 soorten maki’s, meer dan 100 soorten vogels, kameleons, kikkers, vlinders en zeldzame orchideeën.

Ranomafana maakt deel uit van de regenwouden van de Atsinanana, die op de UNESCO Werelderfgoedlijst van natuurgebieden staan.

De ochtend wordt besteed aan een begeleide wandeling in het park. Net als in Andasibe is er zowel een ‘spotter’ als een gids, en ook hier loopt de spotter van tevoren vooruit om de maki’s te zoeken. De gouden halfmaki is hier de hoofdattractie. Hij is zeldzaam en een van de meest bedreigde maki’s ter wereld. Hij werd voor het eerst ontdekt in 1986 en dat is ongelooflijk als je bedenkt dat hij iets meer dan een halve meter hoog is! De ontdekking leidde er direct toe dat Ranomafana een nationaal park werd – het werd gewoon duidelijk dat er iets moest gebeuren om de gouden halfmaki te redden. Je moet een redelijk geoefende wandelaar zijn om de ochtendwandeling te maken. Het is op zich niet inspannend, maar de paden kunnen behoorlijk modderig zijn en soms moet je je een weg banen door het dichte struikgewas om bij de bomen te komen waar de maki’s zitten. Aan de andere kant is de beloning enorm als je het kleine harige diertje ziet zitten knabbelen op zijn bamboestengel.

Ook zie je hier bijna gegarandeerd meer kameleons, kikkers, vogels en fascinerende natuur in het algemeen.

Tegen het einde van de ochtend ga je terug naar het hotel, waar de lunch wordt geserveerd en je kunt ontspannen.

Ranomafana betekent ‘heet water’ en verwijst naar alle warmwaterbronnen die in het gebied te vinden zijn. Je gaat ze vanmiddag ervaren. Er wordt gezegd dat ze genezende krachten hebben – en het warme water werkt in ieder geval ontspannend.

Daarna wacht je een diner in het hotel.

Je herinnert je misschien dat je een paar dagen geleden door Antsirabe reed op de weg van Tana naar Ambositra. Zoals beloofd keer je vandaag terug naar Antsirabe en bekijk je deze zeer charmante stad van dichtbij. De rit hiernaartoe duurt iets meer dan 4 uur en het is opnieuw een genot om te zien hoe het landschap enorm verandert binnen zelfs een relatief korte afstand – van regenwoud naar hoogland met de kenmerkende rijstvelden.

Eenmaal in de op twee na grootste stad van Madagaskar, Antsirabe, lunch je voordat je aan een riksjarit begint. De lokale naam voor een getrokken riksja is een ‘pousse pousse’.

Er is een bijna tastbaar gevoel van geschiedenis in de stad.

Antsirabe werd aan het eind van de 19e eeuw gesticht door Noorse missionarissen. Ze leerden de plaatselijke bewoners hoe ze bakstenen moesten maken. Hiervan profiteerden de Fransen tijdens de koloniale periode en er werden verschillende prominente gebouwen gebouwd; hotels, een postkantoor, een kathedraal en een prachtig stationsgebouw.

Net als alle andere steden in Madagaskar waar de Fransen aanwezig waren, is er een lange, brede boulevard in het centrum – en aan het einde van de boulevard vind je het treinstation, dat niet meer in gebruik is.

De pousse-pousse riksjarit gaat langs enkele van de opvallende koloniale gebouwen van de stad en je bezoekt ook enkele van de plaatselijke ambachtelijke werkplaatsen en winkels. Je ziet bijvoorbeeld een demonstratie van hoe een oude wasmachinemotor wordt omgebouwd tot een polijstinstrument voor het maken van lepels en sieraden van zeboehoorn. Het is de circulaire economie op zijn best!

Je hebt één nacht in Antsirabe.

Je vertrekt vroeg uit Antsirabe en gaat terug naar Antanarivo. Je avontuur op Madagaskar eindigt op de luchthaven, vanwaar je naar Mauritius vliegt.

Je hebt vier nachten in Mauritius, maar je kunt ervoor kiezen om je verblijf te verlengen als je meer dagen op het exotische eiland wilt.

De dagen zijn voor ontspanning.

Met zijn heerlijke klimaat en vriendelijke bevolking is het kleine paradijselijke eiland de perfecte plek voor een exotische afsluiting van je rondreis.

Mauritius wordt meestal geassocieerd met ontspanning en romantiek, maar het is ook ideaal voor wie van gastronomie, watersport en prachtige natuur houdt. Het eiland wordt omringd door prachtige stranden met wuivende palmbomen, kristalhelder water en felgekleurde koraalriffen. Hier vind je weelderige bossen, suikerrietvelden, bergen, klaterende watervallen en spectaculaire kusten met kleine lagunes. De hoofdstad Port Louis heeft een ruim aanbod aan winkels en interessante musea.

Je wordt opgehaald bij je hotel en naar de luchthaven gebracht, vanwaar de terugreis begint.

Je landt op de luchthaven van je keuze na een avontuurlijke reis.