In april 2019 ging onze collega Anne-Sophie voor het eerst op safari naar Afrika. Hieronder kun je haar reisverslag lezen.
Het is niet eenvoudig om de juiste woorden te vinden om een safari te beschrijven, maar ik zal mijn best doen om mijn gedachten te delen. Ik heb het geluk dat ik voor afrikareizen.nl werk en net als veel van mijn collega’s ben ik op reis geweest naar Tanzania en heb onze populaire safari getest.
Het is nu een paar dagen geleden dat ik thuiskwam en het gevoel – dat gevoel in je buik dat je krijgt als je naar een nieuwe, onbekende plek reist – begint nu een beetje te vervagen, nu dat ik weer terug ben in mijn gewone wereldje. Alles was zo echt en authentiek om mij heen, maar toch zo ver van mijn eigen wereldje, dat ik nu af en toe denk dat ik misschien wel heb gedroomd of dat ik me in een parallelle wereld heb bevonden.
Er is één woord dat me steeds weer invalt, als ik aan mijn reis terugdenk: overweldigend. Er gebeurde zoveel, het was gewoonweg overweldigend. Ik wist dat ik veel contrasten tegen zou komen, maar daarom was ik er toch niet helemaal op voorbereid. De eerste dag was bijvoorbeeld bijna een beetje een schok. Al mijn zintuigen werden allemaal tegelijk geprikkeld: de mensen die vrolijk groetten in het swahili: “Jambo! Karibu! – Hallo! Welkom!”, de gronderige geur van vocht en regen, de smaak van verse, zoetzure mango, de zweetdruppels in de brandende hitte en de vele vrouwen die overal rondliepen op weg naar de plaatselijke markt, gekleed in kleurrijke kleding en met een mand op hun hoofd. Er was tijdens de uren dat we de eerste dag rondreden veel te zien en beleven.
We reden langs een lokale markt aan de kant van de weg.
De volgende dag, na een rit door chaotische en drukke steden waar het wemelde van de mensen en veel vee op de weg was, zag ik eindelijk wilde dieren. In hun natuurlijke omgeving. Het is ongelooflijk stil als je in een safari-auto zit en op zoek bent naar de dieren. En dan zie je plotseling een trek van duizenden zebra’s en gnoes die snel de weg oversteken. Als je door hun gebied rijdt, heb je al snel in de gaten dat wij mensen maar te gast zijn en op doorreis. Je ziet een paar leeuwen die in de schaduw liggen te slapen en niet worden gestoord door de aanwezigheid van de auto.
Een cheeta in het hoge gras kijkt uit over de savanne en je kijkt door je kijker, terwijl je je adem inhoudt om geen plotselinge bewegingen te maken, waardoor je de betovering doorbreekt. Een paar uur later, als de zon hoog aan de hemel staat, koelt een hyena zijn warme poten af bij het waterhole aan de weg, terwijl hij oplettend in jullie richting kijkt. Giraffen en olifanten lopen hier op hun gemak rond en tijd is hier niet belangrijk. Op de tweede dag kan ik eindelijk de stress van thuis van me afschudden en genieten van de dagen die langzaam verlopen.
Op de safari rijd je talloze uren op verlaten plekken rond (je kunt urenlang rijden zonder andere mensen tegen te komen en alleen omringd zijn door wilde dieren) naar groene, weelderige landschappen vol met bavianen en trekvogels. Nu weet ik dus waar onze witte ooievaars overwinteren 😉 Tijdens de hele safari overnacht je in luxe safaritenten en lodges – een groot contrast met de lemen hutten van de Masai in de Ngorongoro Conservation Area een paar kilometer verderop. Er komen in de loop van de nacht veel verschillende dieren langs bij de luxe camps midden in Serengeti. Misschien heb je geluk en hoor je een leeuw brullen, maar dat maakte ik helaas niet mee. Maar het meemaken van zebra’s, giraffen en hyena’s was voor mij genoeg. Ze liepen maar een paar meter van waar ik ‘s nachts lag te slapen vandaan en we werden alleen door een tentdoek van elkaar gescheiden!
Zonsondergang boven Serengeti Wild Camp, kort voordat de dieren beginnen rond te lopen.
Je weet van tevoren nooit welke dieren je zult zien en daardoor is het juist heel bijzonder als je ze spot, vooral de meer zeldzame dieren. Door mijn kijker zag ik vier zwarte neushoorns (een bedreigde diersoort door de stropers en de verkoop van hun hoorns op de zwarte markt) in de Ngorongoro krater. Ik ontdekte geen luipaarden, maar die zijn over het algemeen ook moeilijk te spotten, omdat ze erg schuw zijn. Ik moet nog een keer teruggaan en kijken of ik dan geluk heb!
Anne-Sophie,
TourCompass – Van toerist naar reiziger