In september 2024 vertrok onze marketingspecialist Louisa om het bruisende eiland Bali te verkennen. Een van de hoogtepunten van haar reis was Munduk, een sereen bergdorp in het noorden van Bali, dat een blijvende indruk achterliet. Lees hier meer over haar ervaring.
Voordat ik naar Bali reisde, dacht ik dat ik de gouden stranden, de levendige drukte van Ubud of de iconische tempels het leukst zou vinden. Maar verrassend genoeg was het Munduk, een verborgen juweel in de bergen van Noord-Bali, dat mijn hart volledig heeft gestolen en een van mijn absolute favoriete plekken op het eiland werd.
De frisse, koele lucht, groene glooiende heuvels die zich in elke richting uitstrekken en het relaxte gevoel maakt het een echte ontsnapping uit de drukkere delen van Bali. Elke ochtend werd ik wakker in mijn gezellige, rustieke bungalow, of “lumbung”, zoals de lokale bevolking het noemt, begroet door de geluiden van tropische vogels en een ongelooflijk uitzicht over de rijstvelden. Het was zo’n vredige manier om de dag te beginnen.
Op een ochtend maakten we een wandeling van twee uur vanaf ons hotel, met als doel de Red Coral Waterfall te bereiken, een van de bekendste plekken in de omgeving. Onze gids, een lokale bewoner die zijn hele leven in Munduk had doorgebracht, ontmoette ons ‘s ochtends vroeg met bamboe wandelstokken. Ik dacht niet dat ik er een nodig had – ik maakte me niet zo druk om een wandelingetje –maar het blijkt dat het echte levensredders waren op sommige steilere delen van het pad.
We liepen langs cacaobomen, vanillewijnstokken en stukken grond bedekt met nootmuskaat. Het was alsof je een kruidenkast binnenstapte! Onze gids was briljant. Hij kende elke plant en pauzeerde af en toe om een blad af te breken of wat fruit aan te wijzen, en vertelde ons alles over de lokale bevolking en hun traditionele manieren van oogsten.
We kwamen langs kleine bedrijfjes met boeren op hoge bamboeladders, die kruidnagels uit de torenhoge bomen plukten. Ze boden me de kans om zelf een van de ladders te beklimmen. Al na de eerste paar treden kreeg ik knikkende knieën en durfde ik niet meer verder. Maar dat gaf me wel een nieuw respect voor de lokale bevolking die dit de hele dag doet!
Uiteindelijk, na een route door het regenwoud, kwamen we bij de Red Coral Waterfall. Je kon hem horen voordat je hem zag – een krachtige stroom water die tegen de rotsen beukt en door de bomen echoot. En toen was hij daar. Hij is ongeveer 20 meter hoog, een smalle maar prachtige waterval omlijst door varens en met mos bedekte stenen. Omdat er vrijwel niemand anders in de buurt was, hadden we het gevoel dat we de plek volledig voor onszelf hadden. We namen onze tijd om uit te rusten en foto’s te maken, gewoon om de rust en de schoonheid van dit alles in ons op te nemen. Het was de perfecte beloning na de wandeling.
Op de terugweg naar het hotel namen we een ander pad dat tussen nog meer kruidenbomen doorliep, met prachtige uitzichten op koffieplantages en levendige rijstvelden die zich beneden ons uitstrekten. Wij waren er alleen, gehuld in de rust van de bergen, luisterend naar de verhalen van onze gids over zijn jeugd waarin hij deze zelfde paden verkende. Het voelde als een inkijkje in een kant van Bali die in veel opzichten nog steeds onaangetast is door de drukte van het toerisme, waar het leven prachtig traditioneel blijft. Ik neem dit kleine stukje Munduk-magie met me mee.
Louisa,
TourCompass – Van toerist naar reiziger