In mei 2019 keerde onze Afrika-expert Winnie terug naar de Okavango-delta, nadat ze een aantal jaar in andere gedeeltes van Afrika had gereisd.
De eerste keer dat ik in Afrika was, was ik op een 14-daagse kampeersafari in Botswana.
Ik sliep in een piepklein tentje in de wilde natuur en wisselde bijna elke nacht van kampeerplek. De wc was een gat in de grond. Op één van de nachten was er een hyena die op mijn tent plaste, en ‘s avonds bij het kampvuur kwamen er geregeld nieuwsgierige viervoeters op bezoek.
Ik vond het geweldig! Nadat ik thuis was gekomen, bevond ik me maandenlang in een Afrika-bubbel en ik ben sindsdien helemaal weg van Afrika.
De afgelopen 15 jaar heb ik het geluk gehad dat ik overal ter wereld in diverse goede hotels en lodges heb mogen overnachten. Misschien komt het ook doordat ik 15 jaar ouder ben geworden dat de gedachte aan een piepklein tentje en een wc midden op een olifantenpad niet meer zo aanlokkelijk is.
Maar desondanks heb ik ermee ingestemd om mee te gaan op een kampeersafari van drie dagen in de Okavango-delta in Botswana.
Het is al donker als ik de eerste avond bij het kamp aankom. De lantaarns verlichten het kamp en het personeel ontvangt mij vriendelijk en bij een aangestoken kampvuur. Ik word naar mijn tent gebracht. De omstandigheden zijn beslist veel beter dan 15 jaar geleden. De tent staat er al en buiten hangen er een paar lantaarns waardoor ik kan zien waar ik loop.
De tent is ca. 12m2 en mijn veldbed is opgemaakt en er liggen een echt dekbed en kussen op. Ik kan rechtop staan in de tent en er staan hier ook een klein kledingrek en een nachtkastje. Het vormt een behoorlijk groot contrast met de matras op de grond en de slaapzak waar ik 15 jaar geleden in heb geslapen. De tent wordt verlicht door een lamp op zonne-energie, maar ik krijg ook mijn eigen zaklamp. Aan de ene kant van de tent zit een kleine “deur van canvas”. De gids laat mij mijn “badkamer” zien. Boven me twinkelen de sterren. Aan een dikke tak hangt een grote emmer met aan de onderkant een douchekop: dat is mijn douche. Aan de andere kant van de tent-badkamer is een wc die boven een gat in de grond staat – mijn eigen “bushtoilet”. De hele badkamer is ommuurd door canvas en ik ben helemaal afgeschermd, zodat ik met een gerust hart een glas wijn bij het avondeten kan nemen, al weet ik dat ik dan ‘s nachts zal moeten plassen.
Ik krijg een stoel bij het kampvuur aangeboden, iemand drukt me een glas koude witte wijn in mijn hand (dat is ook een verbetering, vergeleken met 15 jaar geleden) en ik leg mijn hoofd in mijn nek. De sterrenhemel is nog net zo mooi als dat ik me herinnerde. Zonder kunstlicht in de buurt is hij enorm en ik verlies wederom mijn hart aan Botswana.
Het eten was toen ook lekker, en dat is het nu ook weer. Smakelijk en stevig – precies goed als je op safari bent geweest. Moe en vol slenter ik terug naar mijn tent, waar ik het stof van mijn gezicht af was in echte Karen Blixen-stijl bij een teiltje met warm water dat buiten mijn tent staat. Hierna kruip ik tussen de heerlijk geurende lakens en val meteen in slaap.
Om 4.00 uur is het afgelopen met de rust.
Een olifant maakt een vreselijk kabaal. Hij trompettert, proest en stampt dat het een lieve lust is. Ik weet best dat ik in mijn tent veilig ben, dus met een brede glimlach op mijn gezicht ga ik weer lekker liggen en probeer te begrijpen wat er buiten aan de hand is. Misschien is hij boos op een andere olifant of is er een kudde leeuwen die tot de aanval is overgegaan? Soms hoor je geluiden van impala’s tussen de olifanten en ik heb ook het idee dat ik hyena’s herken. Na een tijdje is het weer stil en val ik weer in slaap.
De dagen in de delta hebben hun eigen ritme. Ik word elke dag voor zonsopgang gewekt en krijg warm water in mijn teiltje, zodat ik me kan wassen. Daarna ontbijten we en gaan we op gamedrive. Rond de lunch zijn we weer terug in het kamp. Ik lunch en doe dan nog even een dutje, omdat ik door de herrie van vanochtend weer moe ben. Als ik wakker word, krijg ik warm water om even te kunnen douchen en ik doe dat terwijl ik naar de lucht kijk. Buiten mijn tent staat een stoel met een klein tafeltje erbij en hier ga ik zitten om mijn haar te drogen. Ineens is er een kabaal van jewelste achter mijn tent. Ik kijk om en zie dat er een gigantische olifant aan een boom staat te rukken. Ik kijk naar het personeel en ze geven me een “thumbs up”, er zijn geen problemen en ik moet gewoon genieten van dit spektakel. Dat doe ik dus en ik herinner me ineens weer – zoals die keer 15 jaar geleden – waarom het een goed idee is om in een tent bij de Okavango-delta in Botswana te overnachten.
Winnie,
TourCompass – Van toerist naar reiziger
Wil je nog meer lezen over de reis van Winnie naar Botswana? Neem dan een kijkje bij haar kennismaking met Okavango.